fig.1. Geep, Belone belone belone. Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Click here for an English version
fig. 2. Detail met kop van de Geep, Belone belone belone en parasiet Caligus species (zie verderop) op de kieuwplaat.
Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Ik was al een paar uur stenen aan het keren in het stroomgebied bij de getijdenpoel bij het Topshuis (fig. 3; klik hier voor een uitgebreide beschrijving van het gebied). Het was lekker weer en heerlijk stil en ik vermaakte mij prima met het fotograferen van de dieren die ik vond onder de rijk aan de onderzijde begroeide stenen. Anders dan ik gewoon ben, was ik pas rond de laagwater kentering bij het stroomgebied; doorgaans ben ik twee uur vóór de kentering ter plaatse. Die late start bleek nog minder een probleem dan ik dacht. Voordat het middelste deel van het stroomgebied weer vol begon te lopen vanuit zee (vanuit de getijdenpoel - aan de landzijde - blijft het continu lopen, vandaar 'stroom'gebied), waren vandaag drie uren verstreken. Alle tijd en rust dus om te zoeken en te fotograferen.
Echt iets bijzonders had ik nog niet gevonden, totdat ik op een paar meter afstand allerlei gespetter hoorde. Ik dacht nog even dat het kwam door het stromende water, maar het klonk toch anders. Toen ik ging staan, zag ik veel beweging in het water en tot mijn verbazing zwom er een Geep rond (fig. 1 e.a.)!
Gepen komen naar de kust om daar te paaien en eieren af te zetten. Dit exemplaar was dan wel erg enthousiast en het leek mij niet zonder risico. Daarbij was het - zeker voor dit ondiepe en steenrijke gebied - een fors exemplaar (47 cm). Het dier had zijn lange bek zo te zien ook al een paar keer gestoten tegen de stenen, want die was een beetje beschadigd. Uiteraard wilde ik er graag foto's van maken en bij voorkeur ook onderwater.
fig. 3. Stroomgebied van Neeltje Jans, 27-5-2016.
Echt iets bijzonders had ik nog niet gevonden, totdat ik op een paar meter afstand allerlei gespetter hoorde. Ik dacht nog even dat het kwam door het stromende water, maar het klonk toch anders. Toen ik ging staan, zag ik veel beweging in het water en tot mijn verbazing zwom er een Geep rond (fig. 1 e.a.)!
Gepen komen naar de kust om daar te paaien en eieren af te zetten. Dit exemplaar was dan wel erg enthousiast en het leek mij niet zonder risico. Daarbij was het - zeker voor dit ondiepe en steenrijke gebied - een fors exemplaar (47 cm). Het dier had zijn lange bek zo te zien ook al een paar keer gestoten tegen de stenen, want die was een beetje beschadigd. Uiteraard wilde ik er graag foto's van maken en bij voorkeur ook onderwater.
fig. 4. Geep, Belone belone belone in de poel waar ik het dier fotografeerde. Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Ik was al aan het fotograferen met mijn Olympus TG-5, een erg handige camera voor bij het stenen keren (klik hier voor een bericht over de TG-5). Gelukkig had ik ook een WeeFine groothoeklens (tot 150º) meegenomen en het daarvoor benodigde onderwaterhuis. Misschien zou ik de Geep dan ook in zijn geheel onderwater kunnen fotograferen.
fig. 5. Geep, Belone belone belone. Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Het werkte fantastisch. Hij zwom wel wat, maar hij had niet zoveel ruimte; hij kon zich nog net keren in de poel (fig. 4 & 5). Hij leek ook niet vreselijk bang. Anders was er het risico dat hij uit de poel zou springen en zich zou beschadigen. Het fotograferen was bepaald niet makkelijk, want het moest - net als vroeger met snorkelen - op gevoel en ervaring. Ik kon namelijk niet op het scherm kijken. Ik heb een hoekzoeker voor het onderwaterhuis, maar die had ik dus net niet bij mij.
Lastig is ook dat er water moet zitten tussen het onderwaterhuis en de groothoeklens. Door de ondiepte van de poel ging dat niet makkelijk, liep het water er uit en besloeg de tussenruimte tussen huis en lens meerdere malen. Al met al ben ik gezien de beperkingen erg tevreden met het resultaat!
Net toen ik klaar was met mijn fotowerk, stroomde het water vanuit zee de poel in en meteen draaide de Geep zich om richting zee, vond nu wel een uitgang en zwom weg.
fig. 6. Geep, Belone belone belone. Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
LengteDe Geep is, zoals je kunt zien, een bijzondere verschijning met die lange snavelvormige bek. De vis wordt maximaal 104 cm (Dulcic & Soldo, 2006) en gemiddeld 45 cm lang. Een exemplaar van 95 cm weegt rond de 1,3 kg. In het eerste jaar bereiken ze een lengte van maximaal 25 cm. In het tweede jaar worden ze geslachtsrijp en zijn dan zo'n 45 cm. Overigens, hoe hoger de temperatuur van het zeewater, hoe sneller de ontwikkeling en groei. Het exemplaar dat ik vond was dus minimaal twee jaar oud. Ze kunnen tot 18 jaar oud worden.
fig. 7. Opeens was de Geep uit beeld. Pas later zag ik dat een Strandkrab, Carcinus maenas er met de buit vandoor wilde gaan.
Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Jager en prooi
Gepen zijn zichtjagers en snelle zwemmers, die jagen op kleine(re) vissen, inktvissen en kreeftachtigen. Van de vissen waarop Gepen jagen, worden specifiek genoemd: Koornaarvis (Atherina species), Haring, Sprot, Ansjovis, Zandspiering, Stekelbaars en kabeljauwachtigen (Gadidae). Ze zoeken hun prooi voornamelijk overdag. Jager (2015): 'De bijzonder gespecialiseerde ogen zijn aangepast aan het jagen bij de hoge lichtintensiteit die heerst aan het wateroppervlak. Door de hoge dichtheid aan kegeltjes in het oog is het zicht zeer scherp. In het netvlies zijn twee afzonderlijke gedeelten, het ene aangepast aan de hoge lichtintensiteit in de zone boven de vis ('Snell's window'), en het andere aangepast aan de lage lichtintensiteit buiten dit venster. Het oog is bovendien erg lichtgevoelig, zodat zelfs ’s nachts door Gepen op zicht gejaagd kan worden.'
fig. 8. Geep, Belone belone belone. Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
VoorkomenHet is een pelagisch levende vis. Ze leven 's winters in scholen in open water, ten westen van Groot-Brittannië en trekken in maart-april - als de zee warmer wordt - de Noordzee in waar ze in ondiep water paaien. De hoofdpaaitijd is mei-juni, maar het kan doorlopen tot september. De meeste bronnen beschrijven Gepen als levend vlak onder het wateroppervlak. Louysi (2015) noteert tussen de 0 en 1 meter en maximaal 5 meter diep. Heessen et al., (2015) geven aan dat ze bij vangsten tot 600 m diep werden aangetroffen! Wel met een kanttekening: omdat het visnet meteen bij het wateroppervlak open wordt gezet en zo ook weer wordt opgehaald, kan het zijn dat de dieren op een geringere diepte in het net verzeild zijn geraakt. Die keren dat ik als duiker Gepen zag (daarover verderop meer), was dat ook nog geen halve meter diep.
Het schijnt een algemene soort te zijn. Ik sprak vorig jaar hengelaars die vertelden dat ze op de pier van Hoek van Holland regelmatig Gepen vangen. Ze zouden vrij talrijk zijn in de Oosterschelde. Nijssen (1987): 'In 1983 werd in de Zeeuwse wateren 1570 kg Geep gevangen.' In Jager (2015) kun je meer lezen over de visserij.
fig. 9. Gepen, Belone belone gracilis en hun weerspiegeling in het wateroppervlak. Playa Chica, Puerto del Carmen, Lanzarote, 3-3-2016.
Door duikers worden ze in Nederland weinig gezien. Dat heeft mogelijk te maken met het feit dat ze direct onder het wateroppervlak leven; de meeste duikers gaan vrijwel meteen naar dieper water. Daarbij zijn het schuwe vissen, die moeilijk te benaderen zijn. Dan zijn het ook nog eens snelle zwemmers en is het Nederlandse duikwater doorgaans niet geweldig helder.
Wat betreft schuw en moeilijk te benaderen: dat mag overdag het geval zijn, 's avonds is dat - zoals ik twee keer heb ervaren - helemaal niet het geval. In maart 2016 maakte ik op Lanzarote, één van de Canarische Eilanden, een avondduik. Aan het einde van die duik - ik was nog net niet door mijn lucht heen en de accu's van mijn flitsers raakten duidelijk leeg - kwam ik een schooltje van zo'n 15 Gepen tegen. Die kwamen zelfs heel dichtbij tot op een tiental centimeters en lieten zich goed fotograferen! Zie figuren 9, 10 en 12.
In september datzelfde jaar kwam ik bij een avondduik in de Adriatische Zee bij Triëst een grote, dikke Geep tegen. Die zwom duidelijk op mijn navigatielicht af en ik moest hem wegduwen, omdat hij anders zijn bek en misschien mijn apparatuur zou beschadigen. Ook dat was aan het einde van mijn duik; ik kon er geen foto van maken omdat de accu's van mijn flitsers volledig leeg waren. Dus in het donker zijn ze goed te benaderen en komen ze zelfs op licht af. Dat laatste wordt bevestigd in Heessen et al. (2015). Zoals al gezegd zaten de Gepen beide keren nog geen halve meter onder het wateroppervlak.
fig. 10. Gepen, Belone belone gracilis. Playa Chica, Puerto del Carmen, Lanzarote, 3-3-2016.
fig. 11. Visnijntje, Caligus species op de kieuwplaat van de Geep. Helaas geen betere foto; beeld is sterk uitgesneden.
Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Neeltje Jans, Noordzee, 4-6-2019.
Visnijntje
Bij het bekijken van de foto's, zag ik parasitaire copepodes zitten, één op de kieuwplaat (fig. 11), twee op de borstvin en één op de anaalvin. Het gaat om een Caligus soort, een soort 'Visnijntje' (voorstel voor een Nederlandse naam van dit genus). Op de foto's zijn niet voldoende details te zien om de soort verder op naam te brengen en op Gepen kunnen meerdere soorten Caligus gevonden worden, onder andere Caligus belone. Je snapt meteen waarvan de soortnaam is afgeleid!
fig. 12. In Natura 10: kunstwerk gebaseerd op de gefotografeerde Gepen op Lanzarote.
- ANEMOON
- Fishbase
- Collette, B.B. & N.V. Parrin, 1986. Belonidae. Fishes of the North-eastern Atlantic and the Mediterranean. Volume II. p 60-609.
- Dulcic, J. & A. Soldo, 2002. A new maximum length for the garpike, Belone belone (Belonidae). Cymbium, 30, p 382.
- Heessen, H.J.L., N. Daan & J.R. Ellis, 2015. Fish atlas of the Celtic Sea, North Sea and Baltic Sea, p 252-254. ISBN 97889086862665.
- Jager, Z., 2015. Factsheet Vissoorten - Geep Geïntegreerde Visserij. Klik hier voor de PDF.
- Louisy, P., 2015. Europe and Mediterranean Marine Fish identification guide. ISBN 139782841388110.
- Nijssen, H. & S.J. de Groot, 1987. De vissen van Nederland. ISBN 9050110061.