Fig. 1. De circa 47 cm lange Grijze trekkervis. Alle foto's bij Dreischor-Frans Kokrif, 30-9-2025.
Het volgende artikel heb ik gelijktijdig gepubliceerd in Het Zeepaard (2025/4), tijdschrift van de Strandwerkgemeenschap.
Als je regelmatig op internet en Facebook rondstruint op zoek naar informatie en berichten over mariene biologie, dan kan het je niet ontgaan zijn dat er bij Dreischor een Grijze trekkervis, Balistes capriscus (fig. 1-6) rondzwom. Een bijzondere vis die niet autochtoon voorkomt. Omdat er meteen allerlei al of niet serieuze informatie werd gedeeld, leek het mij zinvol om wat feiten over het dier te verzamelen en die in Het Zeepaard te publiceren. Dan blijft het in tegenstelling tot Facebook en veel websites wel bewaard en terug te vinden.
Ontmoetingen
Het eerste bericht dat verscheen over de Grijze trekkervis was van Lia van Nieuwenhuizen, die op 13 augustus 2025 tot haar verbazing bij de duiklocatie Dreischor-Frans Kokrif in het Grevelingenmeer deze vis zag rondzwemmen. Enthousiast maakte zij daar melding van op Duikeninbeeld.tv (Duikeninbeeld, 2025). Daarop kwamen allerlei reacties en zijn naar ik vermoed honderden duikers het dier gaan bezoeken en fotograferen.
Ik ben pas op 30 september naar het dier gaan kijken. De schuilplaats waar het dier zich ophield, werd op Facebook gedeeld en die was ook voor mij (ik verdwaal makkelijk onder water) eenvoudig te vinden. Maar er was geen Trekkervis te bekennen. Ik besloot een rondje te maken en op de terugweg weer langs te gaan. Toen zag ik hem meteen: een prachtige, grote en opvallende vis. Ik had inmiddels veel foto’s voorbij zien komen, waaruit bleek dat de vis allesbehalve schuw was. Maar voor de zekerheid ben ik hem steeds dichterbij komend gaan fotograferen. Dat bleek niet nodig: hij bleef vrijwel stationair voor zijn schuilplaats, een holte onder een ‘reefball’ (een grote holle betonnen bol met gaten, geplaatst als alternatief rif), hangen. Ik kon hem prima van de zijkant bestuderen en fotograferen (fig. 1). Hem vanuit andere posities fotograferen was in eerste instantie lastig, want hij draaide steeds mee. Het dier bleef ook steeds mijn richting uitkijken (fig. 2). Een paar keer ‘gaapte’ hij, waarbij hij zijn bek uitstulpte en zijn rugvinnen omhoog trok (fig. 3). Met wat lijkt op gapen persen vissen met veel kracht water langs hun kieuwplaten om zodoende allerlei vuildeeltjes te verwijderen, vergelijkbaar met ons hoesten. Hij zwom een paar keer op zijn kant zijn schuilplaats in en uit – alleen zo kon hij er in en uit komen – wapperde zand weg en nam in zijn bek een lege oesterklep mee naar buiten. Ik vermoed dat het dier de schuilplaats niet zelf heeft uitgegraven, maar dat hij gebruik heeft gemaakt van een voormalig hol van de Europese zeekreeft, Homarus gammarus. Toen ik mijn flitsers uitzette om foto’s met alleen daglicht te maken (fig. 3), was ik hem kwijt. Maar dat was maar even, want hij kwam opeens onder mij vandaan en positioneerde zich opnieuw voor zijn hol. Even later kwam hij voorzichtig naar mij toe gezwommen tot pal voor mijn camerahuis (fig. 4) en zwom hij weer rustig terug. Na nog wat foto’s vonden hij en ik het welletjes en zwom hij weer in zijn hol en ik weg. Ik heb een half uur met het dier doorgebracht; het voelde als vijf minuten.

Fig. 2. De Grijze trekkervis bleef mij aankijken.
Ik vond het een bijzondere gebeurtenis, omdat veel vrijzwemmende vissen – althans in Zeeland – niet veel van duikers moeten hebben en zich dus amper laten observeren. Als je ze als duiker al ziet, want meestal merk je ze niet eens of niet tijdig op, omdat ons zeewater vrij troebel is en daardoor het zicht wordt beperkt. Daarbij heb je als duiker al ‘oogkleppen’ op in de vorm van een duikbril en kijk ik als duiker vooral schuin naar beneden en niet pal naar voren, omdat het ‘kleine spul’ op de bodem ligt of vlak daarboven hangt. Dan kijk je letterlijk en figuurlijk op bij zo’n bijzondere verschijning. Ik heb al eens zo’n ontmoeting gehad met een Zonnevis, Zeus faber (Otten, 2014 en 2017). Die zal ik ook nooit vergeten.
De onderstaande gegevens zijn grotendeels gebaseerd op de literatuur (Calle et al., 2020; Heesen et al.,2015; Louisy, 2015; Lythgoe & Lythgoe, 1976; Otten, 2017; Wheeler, 1975) en websites (Van den Bergh, 2025; Van Bragt, 2012; Deltapark Neeltje Jans, 2025; Devlin, 2009; DORIS, z.j.; Duikeninbeeld, 2025; Duikersgids, 2025a-c; Leys, 2022; Otten, 2014; Sport Fishing, 2015) die in de literatuur- en websitelijst zijn opgenomen.
Uiterlijk
Zoals je op de foto’s kunt zien, heeft de Grijze trekkervis een zijdelings afgeplat, ovaal lichaam (fig. 5). De kleur is variabel: van grijsbruin tot olijfbruin, soms groenachtig en met een blauwe of violette weerschijn op de rug. Over het lichaam lopen soms onregelmatig gevormde, onduidelijke verticale banden. Die kun je op het exemplaar van Dreischor goed zien. De vinnen hebben soms blauwachtige lijnen. Op dit dier zijn die zeer prominent aanwezig en vormen een prachtig labyrintachtig patroon. In de periode dat de ouderdieren de eitjes bewaken, kleuren ze vaak wit. De vis is bezet met grote schubben in een mozaïekpatroon en voelt leerachtig aan. Hij heeft kleine ogen en een kleine bek met vlezige lippen en stevige, scherpe wat naar voren uitstekende tanden.
De vis heeft twee rugvinnen. De eerste met drie door een vinvlies aan elkaar verbonden stekels, waarvan de eerste en stevigste in verticale stand geblokkeerd kan worden door de slankere tweede stekel. Pas wanneer de tweede stekel als een (geweer)trekker omlaag wordt geduwd, wordt de eerste stekel gedeblokkeerd. Aan dit mechanisme ontleent deze vissengroep zijn naam. Met die trekker kan het dier, in geval van gevaar, zich vastklemmen in een spleet tussen de rotsen op de zeebodem. De belager kan de Trekkervis dan erg moeilijk uit de spleet krijgen. Ik heb me afgevraagd hoe het dier zich met die trekker blokkeert zonder zijn buik te beschadigen, maar ook de eerste buikvin is vergroeid tot een stevige, ruw aanvoelende stekel. Er wordt nergens beschreven dat de trekker ook op een andere manier een verdedigingsmechanisme zou kunnen zijn. Maar als een predator een Trekkervis naar binnen slikt en de stekel staat uit, lijkt het mij knap lastig om het dier verder naar binnen te werken; net zoals Driedoornige stekelbaarzen, Gasterosteus aculeatus zich beschermen. De staartvin is groot en heeft bij volwassen dieren verlengde uiterste vinstralen.

Fig. 3. De Grijze trekkervis tijdens het 'gapen'.
Mannetjes worden doorgaans groter dan vrouwtjes. Op basis van een filmpje op Facebook, waarbij een arm met kompas vlakbij het dier werd gehouden, kom ik met een voorzichtige berekening bij dit exemplaar op een lengte van 47 cm (dat werd bevestigd door Madelon van der Maas van Deltapark Neeltje Jans). De maximale lengte is 60 cm. Het gaat dus om een behoorlijk groot exemplaar. Ik vermoed dat het dier van Dreischor gezien de lengte en het ‘nestgedrag’ een mannetje is. Er is in Noord-Europa geen soort waarmee je hem zou kunnen verwarren.
Leefwijze, voortplanting, voedsel en gedrag
Het zijn geen geweldige zwemmers: de dikke leerachtige huid maakt het lichaam wat stijf en belemmert het zwemmen. Zwemmen doen ze door golvende bewegingen te maken met hun rug- en anaalvin, maar mogelijk kunnen ze die ook hard heen en weer klappen voor meer snelheid, zoals ik een verwante soort zag doen op een filmpje op internet. Ook bewegen ze hun borstvinnen, maar dat lijkt meer te dienen voor stabilisatie dan vooruitkomen. Trekkervissen schijnen ook achteruit te kunnen zwemmen.
De Grijze trekkervis komt van nature voor op rotsachtige bodems in vrij ondiepe kustwateren van 5 tot 30 meter; in de winter daalt de vis af naar dieptes tot 150 meter. Ze worden vaak aangetroffen bij artificiële bouwsels als piertjes, pontons, steigers, wrakken etc. Zoals ik al schreef lag de schuilplaats van het exemplaar bij Dreischor op 7 meter diepte, direct onder een reefball en dicht bij de steiger. Ze schijnen vrij plaatsgebonden te leven, (ver)dwalen is uitzonderlijk.
De soort leeft alleen, in paren of in groepen. Als ze in groepen verzamelen, heeft dat waarschijnlijk met de voortplanting te maken. De vissen zijn na ongeveer twee jaar geslachtsrijp bij een lengte van 15-30 cm. Voorafgaand aan een uitgebreide balts graven mannetjes een nest uit. Van laat in het voorjaar tot begin augustus worden daarin tussen de 50.000 tot 90.000 eitjes afgezet. Opmerkelijk: in de Golf van Mexico, het gebied waar ze oorspronkelijk vandaan komen, legt het vrouwtje maar liefst 770.000 eitjes. Het vrouwtje bewaakt het nest, het mannetje het territorium. De eitjes komen al na 2 tot 3(!) dagen uit. De planktonische larven zijn 3 tot 6 mm na het uitkomen en leven de eerste 4 tot 7 maanden pelagisch. Daarna zoeken ze rotsachtige bodems op. In de Middellandse Zee planten ze zich voort in de zomer bij een temperatuur rond de 21°. Voorzover bekend doen ze dat (nog) niet in Noordwest-Europa.
Fig. 4: De Grijze trekkervis met alleen daglicht.
Meerdere duikers hebben gezien dat de vis bij Dreischor zijn schuilplaats schoonhield door er zand uit te wapperen. Ik heb hem ook een oesterklep naar buiten zien brengen. Het kan heel goed zijn dat hij de plek inrichtte als nest, maar Trekkervissen houden zich ook op in schuilplaatsen als ze rusten. Het leidt meteen tot de vraag: gaat een Trekkervis een nest bouwen als er geen vrouwtje te zien is? Als maximumleeftijd wordt 12 tot 13 jaar gemeld en een gewicht tot 6 kg.
Het voedsel – dat voornamelijk overdag wordt gezocht – bestaat uit krabben en kreeften (Decapoda), tweekleppige schelpen, wormen, stekelhuidigen en vastzittende dieren als zeepokken, hydropoliepen en mosdiertjes. Het is dus bepaald geen kritische eter. Met zijn sterke tanden is hij goed in staat om schelpen open te breken en het pantser van krabben en kreeften te kraken. Gemeld wordt dat de vis bij scheldierkwekerijen soms als een plaag wordt gezien. Zijn zeer taaie huid zou het dier beschermen tegen de stekels van zee-egels. In ieder geval was er bij Dreischor voldoende voedsel voor dit dier te vinden.
De Grijze trekkervis wordt qua gedrag omschreven als niet al te bang en tamelijk nieuwsgierig; het exemplaar van Dreischor voldoet daar helemaal aan. Er wordt ook gewaarschuwd, want mannetje en vrouwtje kunnen bijten als bewakers van het nest.
Verspreiding
Hoe uniek is de Grijze trekkervis in Nederland? Het is niet voor het eerst dat de Grijze trekkervis in Nederlandse wateren aanspoelt, wordt gezien of wordt gevangen. Het is bij ons een zeldzame dwaalgast. Het eerste exemplaar dat bij ons werd gevonden, was in 1930 in de Zuiderzee bij Amsterdam. Dat dier heeft nog jaren in het aquarium van Artis geleefd. Pas in 1968 werd weer een Grijze trekkervis gevonden. Sinds de jaren 70 komen ze vaker voor in Noord-Europese wateren: van 1970 tot 1987 werden circa 20 exemplaren voor onze kust gevangen, voornamelijk in de zomer en het najaar. In de zomers van 2004 tot 2007 werden jaarlijks kleine aantallen in de Oosterschelde, de Noordzee en de Waddenzee waargenomen. Daarbij gaat het soms om aangespoelde dieren.
Op Waarneming.nl wordt door een duiker een vondst gemeld uit het Grevelingenmeer bij duiklocatie ’t Koepeltje op 29 september 2008. De vondst van Lia op 13 augustus 2025 was dus niet de primeur voor het Grevelingenmeer. Midden augustus 2009 doet Ecomare melding dat ze een exemplaar hebben gehuisvest dat in de Waddenzee is opgevist. In een NatureToday-bericht van 2 september 2012 wordt melding gedaan van vier exemplaren in augustus in de centrale Oosterschelde. Op 23 augustus 2022 wordt weer een exemplaar opgevist in de Oosterschelde en op 6 januari 2024 wordt een aangespoelde schedel gevonden bij Heemskerk. Beide laatste meldingen zijn ook van Waarneming.nl. Het ging steeds om enkele exemplaren en de levende dieren werden vooral in augustus en september gevonden. Dezelfde periode als het dier van Dreischor. Ik hoop dat het overzicht hiermee compleet is. Andere waarnemingen zijn welkom!
De oorsprong van deze warmwatersoort zou liggen bij de oostkust van Noord-Amerika. Het dier heeft zich inmiddels in de Atlantische Oceaan verspreid van Argentinië tot Canada en van Angola tot in Noorwegen, inclusief de Middellandse Zee. In koudere wateren kan het dier zich niet voortplanten en bij een temperatuur lager dan 12° sterft het. De kans op overleven van de vis bij Dreischor was dus nul.
Fig. 5: De Grijze trekkervis komt nieuwsgierig in de lens kijken.
Het dier wordt gevoerd door duikers
Al snel na de vondst kwamen er berichten dat het dier werd gevoerd door duikers die oesters voor hem opensneden. De vele lege oesters waren de getuigen. Op zich geen goede zaak; het dier had voldoende voedsel om zichzelf te voeden en je moet dieren geen onnatuurlijk gedrag aanleren. Daarbij zijn er voorbeelden bekend van zeedieren zoals Congeralen, Tandbaarzen en Murenen, die gevoerd worden door duikers en vervolgens agressief en gezien hun formaat gevaarlijk - gedrag vertonen omdat ze opeens niets krijgen. Er wordt aangevoerd dat de vis van Dreischor vanwege het voeren niet tijdig terug naar het zuiden is gezwommen. Die relatie zie ik niet: als het dier niet meer gevoerd zou worden, had hij nog steeds voedsel in overvloed. Hoewel de Grijze trekkervis een zomermigrant is naar Noord-Europese wateren, weet ik niet of ze ook daadwerkelijk terugzwemmen als de temperatuur laag wordt. Ik acht de kans groot dat de exemplaren die in onze kustwateren terecht zijn gekomen, het niet overleefd hebben.
Dwaalgast of aquariumdier?
In een reactie op het eerste Facebookbericht over de Trekkervis werd de opmerking gemaakt ”Waarschijnlijk uitgezet door een aquariumhouder? Hoort hier niet thuis.” Dat laatste is relatief; het dier is en blijft een zeldzame dwaalgast. Dat het om een aquariumdier zou gaan, werd verder niet gemotiveerd. Als ‘tegenreactie’ werd geplaatst dat beroepsvissers al jaren af en toe een Trekkervis in hun netten in het Grevelingenmeer vinden, die ze terugzetten omdat ze verder geen marktwaarde hebben. Ik zag gezien de vondsten van de afgelopen decennia geen aanleiding om dit exemplaar als aquariumdier te bestempelen.
Ook argumenten als de beperkte toegang tot het Grevelingenmeer en het feit dat hij dichtbij de steiger van Dreischor was gevonden, overtuigden mij niet. Er komen wel meer nieuwe soorten vanuit de Noordzee in het Grevelingenmeer terecht. En zoals ik al schreef wordt in de literatuur gemeld dat de soort vaak wordt aangetroffen bij artificiële bouwsels. Daarbij vroeg ik me af hoe je zo’n groot dier in een vat met water de dijk op kan sjouwen, maar later bedacht ik mij dat er genoeg plaatsen zijn aan het Grevelingenmeer waar je geen dijk op hoeft; de vis kan vervolgens naar Dreischor zijn gezwommen.
Tijdens het verzamelen van informatie over de Grijze trekkervis passeerde op 21 oktober een bericht op Facebook dat het dier door duikers zou zijn opgepikt en was ondergebracht bij Deltapark Neeltje Jans. Op 3 november 2025 sprak ik Madelon van der Maas, hoofd dierverzorging van Deltapark Neeltje Jans, over de Grijze trekkervis. Zij vertelde mij dat duikers haar er op hadden gewezen dat het slecht ging met de vis en dat zij hadden gevraagd of het dier niet in het aquarium van het park opgevangen zou kunnen worden. Madelon sprak met hen af dat zij nog eens zouden kijken. De duikers lieten haar weten dat ze nog dezelfde dag de vis op zou moeten pikken, omdat het dier compleet lethargisch was; de duikers konden hem makkelijk met een schepnet vangen. Bij aankomst bij het park bleek het dier in slechtere conditie dan werd gedacht en werd het sneller dan men normaal zou doen (in verband met acclimatisatie) in warmer water uitgezet. Inmiddels maakt de vis het prima in het aquarium.

Fig. 6: Recht van voren is goed te zien dat de Grijze trekkervis zijdelings is afgeplat.
Madelon is er vrij zeker van dat het om een uitgezet aquariumdier gaat. Dat leidt zij af uit het atypische gedrag. Zo kwam de vis zelf naar duikers gezwommen. Ik vond het dier tijdens mijn duik bij Dreischor ook wel een behoorlijk ‘ontspannen’ indruk maken. Aan de andere kant zijn er meer vissen die zich weinig aantrekken van duikers. Het voeren kan er ook toe hebben bijgedragen dat het dier andersoortig gedrag vertoonde. Bij mijn beperkte ervaring met koudwater aquariumvissen heb ik vaak gezien dat vissen al bij het uitzetten van de luchtpomp alert werden en zenuwachtig gedrag vertoonden. Ik heb dat bij de Trekkervis niet kunnen waarnemen en het naar mijn camerahuis zwemmen zie ik meer als nieuwsgierigheid. Op ReefSecrets (Leys, 2022) wordt uitgebreid over het gedrag van Trekkervissen geschreven en kun je ook lezen waarom een aquariumhouder van het dier af zou willen.
Ik ben geneigd Madelon gelijk te geven. We zullen het nooit met zekerheid weten, tenzij iemand zich als voormalige eigenaar van de vis meldt. En al was het een aquariumvis, ik blijf het een bijzondere ervaring vinden! Wil je hem ook zien, dan kun je natuurlijk bij het Deltapark gaan kijken. Ten slotte: zet geen dieren uit een aquarium in zee.
Ik dank Frank Perk voor het redigeer- en opmaakwerk en Madelon van der Maas voor de informatie die zij verstrekte over de Trekkervis van Dreischor.
Summary
From August 13, 2025, onward a Grey triggerfish, Balistes capriscus was observed by divers in Lake Grevelingen. The species is a rare vagrant. The animal, probably a male, had made a ‘nest’ under a ‘reefball’ (a large hollow concrete sphere with holes, placed as an alternative reef). Hundreds of divers came to see and enjoy the animal in the following months, even feeding it with oysters. On November 3, 2025, the animal was observed behaving lethargic; beneath a temperature of 12° it would die. It was caught and brought to the aquarium of Deltapark Neeltje Jans, where it is doing well. And maybe that is the place where it belongs, because there are indications that it was an animal that came from an aquarium.
Literatuur & websites
- Bergh, D. Van den, 2025. Duiken in Nederland, Grevelingen, Dreischor Frans Kok Rif. Op zoek naar de zeldzame trekkervis (Balistes capriscus). YouTube-filmpje, klik hier.
- Bragt, P.H. van, 2012. Er zitten weer Grijze trekkervissen in de Oosterschelde. NatureToday-bericht, klik hier.
- Calle P., L. Calle, J. Kranenbarg, J.A. van der Velden, A.J.M. Meijer, I. de Boois, M. Dubbeldam & C. Jacobusse, 2020. Vissen in Zeeland. Fauna Zeelandica IX. Stichting Het Zeeuwse Landschap, Wilhelminadorp, 301 p. Klik hier om als PDF op te halen.
- Deltapark Neeltje Jans, 2025. Trekkie blijft dichtbij: opvang na verzwakking in de Grevelingen. Facebookbericht, klik hier.
- Devlin, T., 2009. Trekkervis uit de Waddenzee bij Ecomare. ReefSecrets, klik hier.
- DORIS, z.j. Baliste commun. DORIS (Données d'Observations pour la Reconnaissance et l'Identification de la faune et la flore Subaquatiques). Website, klik hier.
- Duikeninbeeld, 2025. Bijzondere waarneming in het Grevelingenmeer | Grijze trekkervis. Klik hier voor bericht.
- Duikersgids, 2025a. Deze grijze trekkervis is vandaag gezien in Dreischor Frans Kokrif. Klik hier voor bericht.
- Duikersgids, 2025b. Alles wat je moet weten over de grijze trekkervis in de Grevelingen. Een kennismaking! Klik hier voor bericht.
- Duikersgids, 2025c. Zeeuwse vissers zien trekkervis soms in hun netten. ‘Er zwemmen er meerdere in de Grevelingen’. Bericht op website, klik hier.
- Heesen, H.J.L, N. Daan & J.R. Ellis, 2015. Fish atlas of the Celtic Sea, North Sea and Baltic Sea. KNNV Uitgeverij, Zeist, 572 p.
- Leys, G., 2022. Rif-veilige trekkervissen. ReefSecrets, klik hier.
- Louisy, P., 2015 (3e gewijzigde editie). Europe and Mediterranean Marine Fish identification guide. Les Editions Eugen Ulmer, 512 p.
- Lythgoe, J. & G. Lythgoe, 1976. Vissen van de Europese kustwateren en de Middellandse Zee. Moussault, Baarn, 335 p.
- Otten. M.J., 2017. DUIKEN: de ultieme manier om zeefauna en -flora te observeren. Het Zeepaard 77(2): 16-28.
- Otten, M., 2014. John dory: curious and cosmopolitan fish. Mick's Marine Biology, klik hier.
- Sport Fishing, 2015. Triggerfish Swimming Underwater. YouTube-filmpje, klik hier.
- Wheeler, A., 1975. Fishes of the World. Ferndale Editions, London. 366 p.