7 May 2024

De Gebochelde spinkrab, Pisa armata bereikt Nederland op plastic

Fig. 1. Gebochelde spinkrab, Pisa armata

Plastic is een ramp voor alles dat in zee leeft. Maar soms zorgt het ook voor een bijzondere vondst. In december 2023 werd in een aangespoelde plastic krat een Gebochelde spinkrab, Pisa armata gevonden, een soort die nog niet bekend was van onze kust.


Op 24 december 2023 vond Pieter Kruse samen met zijn vader Lucas tijdens een stormachtige wandeling op het strand van Zandvoort, lopend richting Bloemendaal, een aangespoelde plastic krat met daarin en daarop een aantal dieren (fig. 6). Het meest bijzondere dier was een levend spinkrabbetje. Het bleek te gaan om de Gebochelde spinkrab, Pisa armata. (fig. 1, 2, 5-7, 9), Het bleek de eerste vondst van deze soort van onze kust te zijn. 

Herkenning
Het krabbetje heeft een driehoekig tot ruitvormig rugschild, dat aan de voorzijde spits toeloopt in twee lange stekels, het rostrum. Ook aan de zij- en achterkant van het rugschild zitten stekels. Nagenoeg het hele dier is bezet met korte schubvormige haren. Aan de zijkant van het rugschild en op de looppoten zitten ook dikke lange haren. Daarnaast zie je op het rugschild verspreide groepjes met lange haakvormige haren, waaraan het dier allerlei camouflagemateriaal hangt. Zeer kenmerkend zijn de knobbels en richels op het rugschild. Het gevonden exemplaar is een mannetje. De kleur is lichtbruin tot roodbruin. Het rugschild van het gevonden exemplaar was 29 mm lang; de maximale afmeting van deze soort is 61 mm. In het boek de ‘De Krabben van Nederland en België’ van Hans Adema (1990) en in de Verspreidingsatlas wordt de soort verder beschreven.

Fig. 2. Pisa armata, Gebochelde spinkrab, 
mannetje, lengte rugschild 29 mm, Zandvoort, Nederland, 2023-12.
 


Gelijkende soorten
De camouflage (zie verder bij Gedrag) op spinkrabben kan zo dicht zijn, dat je ze vaak pas op naam kunt brengen door eerst wat van die camouflage weg te halen. Als je een levend dier vindt en je wilt het niet verzamelen, maak dan ook foto’s van de onderkant: daar zijn ze niet gecamoufleerd en kun je bepaalde kenmerken zien.

Soorten van onze kust waarmee je de Gebochelde spinkrab kunt verwarren - zeker als ze behoorlijk gecamoufleerd zijn - zijn de Rode spinkrab, Hyas coarctatus en jonge exemplaren van de Gewone spinkrab, Hyas araneus en de Atlantische grote spinkrab, Maja brachydactyla. De lengte en de vorm van het rostrum van de Gebochelde spinkrab, het rugschild met de duidelijke knobbels en richels en de stekels aan de achterkant zijn onderscheidend. Ook in gedrag is er een duidelijk onderscheid: de Gebochelde spinkrab is i.t.t. de hiervoor genoemde soorten een traag dier. De kans dat je die soorten in Nederland vindt, is overigens ook niet erg groot: beide Hyas-soorten lijken steeds zeldzamer te worden. De Atlantische grote spinkrab is nog niet algemeen (Heerebout et al, 2023), maar wel een soort in opkomst. 

Twee andere Pisa-soorten
In het Kanaal – als dichtstbijzijnde locatie – komen nog twee Pisa-soorten voor: Pisa tetraodon en Pisa nodipes. Hoewel deze soorten nog nooit in Nederlandse en Belgische wateren zijn gevonden, volgt hierna een vergelijking van deze soorten met P. armata

Fig. 3. Pisa tetraodon, Kromstekelige spinkrab, 
mannetje, lengte rugschild 52 mm, Siouville, Frankrijk, 1988-05. 


Pisa tetraodon
, de Kromstekelige spinkrab* (fig. 3) onderscheidt zich van de andere twee soorten door het druppelvormige rugschild met aan de zijden meerdere naar voren gekromde stekels. Er zitten op het rugschild geen grote en dikke knobbels, zoals bij de andere twee soorten. Van die andere twee soorten is het rugschild driehoekig tot ruitvormig en er zitten geen naar voren gekromde stekels aan de zijden. 


 





Fig. 4. Pisa nodipes, Geknobbelde spinkrab, 
mannetje, lengte rugschild 48 mm, Siouville, Frankrijk, 1988-05. 



Pisa nodipes
, de Geknobbelde spinkrab* (fig. 4) lijkt sterk op P. armata en zal daar vaak mee verward zijn en worden (zie Nooit te oud om te leren). De knobbels op het rugschild van P. nodipes zijn duidelijker afgetekend dan die op de rug van P. armata en niet deels verbonden door richels. Een ander opvallend verschil bij mannetjes is de vorm van het sternum, het segment tussen het staartstuk en de kaakpoten. Bij P. armata is dat nagenoeg vlak, bij P. nodipes is dat diep ingedeukt (fig. 5). In De Strandvlo heeft Cédric d’Udekem d’Acoz (1989) deze en andere verschillen uitgebreid beschreven. 

*Voorgestelde Nederlandse namen.



Fig. 5. Links onderzijde Pisa armata met vlak sternum, rechts Pisa nodipes met ingedeukt sternum 
(onderzijde van P. nodipes fig. 4), beide mannetjes.














||  Nooit te oud om te leren   Van Noord-West Europa ken ik twee Pisa-soorten. Pisa tetraodon vond ik vanaf 1978 in Bretagne en vooral in Normandië, Frankrijk. Pisa armata vond ik in 1988 in Normandië, althans dat heb ik altijd gedacht. Toen ik naar aanleiding van de vondst van Pieter onderzoek deed naar P. armata, kwam ik het al genoemde artikel van Cédric tegen. Zouden de Pisa van Pieter en de Pisa’s die ik in het verleden heb verzameld voor mijn aquarium en na hun overlijden heb geconserveerd, niet P. nodipes zijn? Ik heb ze gefotografeerd en de foto’s aan Cédric voorgelegd. Conclusie: ik heb 35 jaar verkeerd gedacht; mijn P. armata’s bleken allemaal P. nodipes. Toevallig is die van Pieter wel een ‘echte’ P. armata! ||

Vondsten
Dit is de eerste vondst van de Gebochelde spinkrab in Nederlandse wateren. In de Belgische Noordzee is de soort zeer zeldzaam. De krab is daar vijf keer opgevist: de eerste in 1850, de laatste in 2019. In het Kanaal wordt de soort vaker aangetroffen. Mondiaal is de soort bekend van de oostelijke Atlantische Oceaan van Schotland tot Kameroen en de Middellandse Zee (WoRMS, 2024-04-25). 

Fig. 6. Pieter Kruse bij het krat met inhoud.








Herkomst
Op het krat (fig. 6) vond Pieter nog de volgende soorten: Perforatus perforatus, Vulkaantje (9 ex.), Lepas anatifera, Grote eendenmossel (4), Aequipecten opercularis, Wijde mantel (5) en cf. Ascidiella scabra, Scheve zakpijp (1). Gezien de soorten die op en in het krat zijn gevonden, kwam het waarschijnlijk van de Normandische kust of nog zuidelijker. Tip: als je een krat of ander voorwerp vindt met (bijzondere) verstekelingen, kijk of er ergens tekst op is te vinden en fotografeer die ook. Daardoor kun je soms de oorsprong achterhalen en dat maakt je vondst nog waardevoller. 

Biologie
In de literatuur en op internet worden nogal verschillende biotopen genoemd: stevige rots- en koraalachtige bodems en zachte(re) bodems in wisselende samenstelling van schelpen, modder en zand. Ook over de diepte lopen de gegevens uiteen. Sommige auteurs noemen ze van het getijdengebied, maar anderen pas vanaf 18 of 50 meter tot dieper met 206 meter als diepste punt. Cédric liet weten dat P. armata iets dieper leeft dan P. nodipes (pers. meded.).

Fig. 7. Pisa armata van voren gezien.

Gedrag
Pisa-soorten zijn net als andere soorten spinkrabben vaak sterk gecamoufleerd. De krabbetjes zetten (stukjes van) allerlei soorten zeedieren op hun rugschild en looppoten, zoals sponzen, holtedieren en zakpijpen. Aan de lange haakvormige haren bevestigen ze zeewieren, hydropoliepen en struikvormige mosdiertjes. Die zeewieren en dieren groeien vaak verder uit en kunnen het hele rugschild bedekken. Vaak zie je de krabbetjes pas als ze bewegen: dan zie je opeens een spons of zeewier lopen! De keuze voor specifieke soorten hangt samen met de dieren en wieren uit hun directe leefomgeving. Alle Pisa-soorten zijn trage en daarmee kwetsbare krabben: goede camouflage biedt dus bescherming. Ze besteden dan ook veel tijd aan hun ‘kapsel’.

Het gevonden krabbetje had kleine stukjes Dodemansduim, Alcyonium digitatum (fig. 8) op zijn rugschild en looppoten gezet. Ook zaten er nog wat onherkenbare restanten op van hydropoliepen. Als camouflage stelde het niet veel voor. 

Fig. 8. Alcyonium digitatum, Dodemansduim.














||  Bezem en voorraadkast   Ze passen de camouflage aan, als die niet meer passend is. Bij een Kromstekelige spinkrab die ik een paar dagen had ondergebracht in een emmer met water waarin stukjes stro waren gewaaid, had het dier de zeewieren op zijn rugschild verwijderd en er stukjes stro voor in de plaats gezet. Hij leek op een levende bezem! 

De camouflage kan ook als voorraadkast dienen: in mijn aquarium heb ik Kromstekelige en Geknobbelde spinkrabben regelmatig stukjes zeewier (o.a. Caulerpa prolifera, Ulva spec., Zeesla, Mastocarpus stellatus, Kernwier en Sargassum muticum, Japans bessenwier), krabstick, krabresten, mossel en vis op hun rostrum en rugschild zien zetten, die later alsnog werden opgegeten. Erg geslaagd was de camouflage dan vaak niet. ||


Ze zijn omnivoor: als voedsel worden zeewieren, hydropoliepen en wormen genoemd. In mijn aquaria kreeg ik Kromstekelige en Geknobbelde spinkrabben - naast de soorten hiervoor genoemd bij 'Bezem en voorraadkast' - ook warm voor oester, vis, garnaal en tubifex. Mijn ervaring is wel dat ze snel uitgekeken zijn op het aangeboden voedsel. Als het niet beviel, werd het agressief weggegooid. 

Het laatste deel van de looppoten is sterk gekromd; daarmee houden ze zich stevig vast aan rotsen of zeewieren. Als je ze op wilt pakken om ze beter te bekijken of te fotograferen, haal ze dan voorzichtig – pootje voor pootje – los van de ondergrond. Het zijn grappige krabbetjes om te observeren. De Gebochelde spinkrab lijkt vanaf de zijkant, zonder al teveel camouflage, op een spitsmuis (fig. 9). Agressief gedrag, zoals veel andere krabbensoorten die meteen hun schaarpoten naar je uitstrekken, vertonen ze niet. 

Fig. 9. Vanaf de zijkant lijkt Pisa armata op een spitsmuis.














||  Op de tast vinden
   Kromstekelige spinkrabben verschuilen zich in Noord-West Europa graag in grotere, stevige bruinwieren als Japans bessenwier, Sargassum muticum, Vezelwier, Gongolaria baccata en Ericaria selaginoides. Ik vond ze bij het bekijken van allerlei aangroeisel op die zeewieren in diepe getijdenpoelen in Normandië. Omdat de wieren onder water zitten, moest je om ze te vinden een duikbril opzetten of je hand voorzichtig door het zeewier halen. Vaak voelde je dan ‘verdikkingen’ die bestonden uit zakpijpen en sponzen die op het wier groeiden. Als zo'n verdikking in je hand bewoog, wist je meteen dat je een Pisa had gevonden. ||  

Autochtoon?
Tot deze vondst was geen van de drie Pisa-soorten - autochtoon of aangespoeld - bekend van onze kust. Kunnen we ze in de toekomst ook autochtoon aan onze kust en in de Oosterschelde verwachten? Uitsluiten kunnen we het niet, maar Pisa’s zijn bepaald geen marathonlopers. Op basis van deze enkele aangespoelde vondst en hun toch wat verborgen levenswijze, denk ik niet dat ze snel aan onze kust gevonden zullen worden. Maar denkend aan de Wolkrab, Dromia personata die ook opeens opdook in Nederland: ik laat me graag verrassen.

Fotografie
Foto’s: Mick Otten. De foto’s van Pieter Kruse op het strand en van het krat zijn van Lucas Kruse. De foto’s van P. nodipes en P. tetraodon zijn gemaakt van exemplaren die ik destijds verzamelde voor mijn aquarium. Na overlijden heb ik ze geconserveerd in alcohol. Voor de foto’s heb ik de dieren kort gespoeld in zoet water, daarna even laten drogen en gefotografeerd. De foto’s van P. armata zijn gemaakt met het dier in water. Alle (gestapelde) foto’s zijn gemaakt met daglicht.

Dank
Ik dank Pieter Kruse voor het melden van zijn vondst, het uitlenen van het krabbetje en zijn geduld met het wachten op dit bericht. Cédric d’Udekem d’Acoz (Royal Belgian Institute of Natural Sciences) dank ik voor de hulp bij het op naam brengen en de verdere informatie die hij verstrekte, Marco Faasse voor de determinatie van Alcyonium digitatum en informatie over WoRMS en Wilfried Bay-Nouailhat voor die van Ascidielle scabra. Rykel de Bruyne dank ik voor zijn commentaar op de tekst en zijn creatieve voorstel voor de naam Kromstekelige spinkrab. Francis Kerckhof (VLIZ), Rien de Ruiter (Strandwerkgemeenschap), Adriaan Gmelig Meyling (Stg. ANEMOON) en Arjan Gittenberger (Gimaris) dank ik voor het nagaan van Pisa-soorten in Nederlandse en Belgische wateren. 

Literatuur

  • Adema, J.P.H.M., 1990. De krabben van Nederland en België. ISBN 9073239028.
  • Falciai, L. & R. Minervini, 1992. Guide des homards, crabes, langoustes, crevettes et autres crustacés décapodes d'Europe ('Guida dei Crostacei Decapodi d'Europa'). ISBN 260300994X.
  • Ingle, R.W., 1996. Shallow water crabs. Synopses of the British Fauna 25. ISBN 101851532587.
  • Muñoz I., García-Raso J.E., Gónzalez J.A., Lopes E.P., dos Santos A.M., Cuesta J.A., 2023. Taxonomic revision and molecular phylogeny of Pisa (Decapoda: Majoidea: Epialtidae), including the description of a new genus of Pisinae. Sci. Mar. 87(4): e076. Klik hier voor PDF.   
  • Udekem d'Acoz, C. ‘d, 1989. Présence de Pisa nodipes (Leach, 1815) sur les côtes françaises de la Manche (Crustacea, Decapoda, Brachyura: Majidae). De Strandvlo, 9(4): 103-112. Klik hier voor PDF. 
  • Zariquiey Álvarez, R., 1968. Crustáceos Decápodos ibéricos. Klik hier voor PDF.

Websites

  • Heerebout, G., R. de Bruyne, L. Schoonderwoerd en M. Haarsma, 2023. Indrukwekkende Grote spinkrab nu ook in de Oosterschelde. NatureToday-bericht. Klik hier.
  • Otten, M., 2017. At last and unexpected: the Sponge crab, Dromia personata, in the Netherlands. MicksMarineBiology. Klik hier.
  • Verspreidingsatlas. Klik hier.
  • WoRMS. Klik hier